Stjernesymbol i menu


Een nieuw wereldbeeld
 

Persoonlijke trainingsgebieden

De voorstellen van Martinus voor hoe we aan onze persoonlijke ontwikkeling kunnen werken, klinken heel simpel. Hij wijst erop dat ieder van ons via de rechtstreekse taal van het leven een persoonlijk trainingsgebied aangewezen krijgt. Telkens wanneer we weerstand, stress, ziekte en ander lijden op onze weg tegenkomen, is dat een signaal dat er iets in onze handelwijze en ons gedrag is dat we anders moeten leren doen. Dat vereist echter dat we luisteren – en zelf met inzet van onze wilskracht de noodzakelijke veranderingen doorvoeren.

We zullen daarbij ervaren dat de opbrengst steeds groter wordt naarmate we beter in staat zijn zorgzaam, vergevingsgezind en liefdevol jegens andere levende wezens te zijn. Dat geldt ook voor onze relatie tot ons eigen organisme, waarvoor een gezonde leefwijze en blijde positieve gedachten van veel grotere betekenis zijn dan we ons normaliter voorstellen.

In een artikel in Kosmos nr. 3 1933 wijst Martinus enkele gebieden aan waarop we ons allemaal met groot voordeel kunnen trainen in de ontwikkeling van onze eigen mentaliteit door onze wilskracht in te zetten op het volgende:

  • Verwijder het begrip 'vijand' uit je bewustzijn.

  • Vergeld nooit woede, roddel of andere vormen van onbehagen die tegen je gericht zijn.

  • Zeg zelf nooit iets slechts over iemand of iets.

  • Wees absoluut waarachtig of eerlijk in alle omstandigheden van het leven.

  • Wees absoluut niet te beïnvloeden door vleierij, eer of afkeuring.

  • Werk nooit mee aan doden, verwonden of vernietigen.

  • Laat nooit je gedachten afwijken van het bezig zijn met hoe je je medewezens absoluut het beste kunt dienen. Daarmee praktiseer je de allerhoogste vorm van yoga of de volmaaktste training van het deel van de ontwikkeling dat binnen het gebied van je wil ligt. Dat deel van de ontwikkeling in combinatie met het overige deel van de bewerking van je aard door het leven zelf zal je leiden naar morele genialiteit en het volmaakte wezen of een godmens van je maken.

 

(Kosmos nr. 3, 1933)